De eigen bijdrage in de zorg | uw vermogen loopt gevaar!

De eigen bijdrage voor de zorg hangt mede af van uw vermogen

Met ingang van 1-1-2013 heeft de Overheid (weer) een vermogenstoets ingevoerd voor de bepaling van de eigen bijdrage bij verblijf in een zorginstelling of bij het ontvangen van zorg.

Hoe hoog de eigen bijdrage is, hangt af van het inkomen, de leeftijd en de gezinssituatie en van de vraag of u in een AWBZ-instelling verblijft of thuis de AWBZ-zorg ontvangt. Tot 1-1-2013 werd deze eigen bijdrage alleen gebaseerd op het (echte) inkomen. Voor de bepaling van het inkomen telt nu ook een deel van uw vermogen mee.

Spelregels

De volgende spelregels gelden:

– Alleen box 3 vermogen telt mee, de eigen woning dus niet (de 2e woning of de verhuurde, dan wel leegstaande woning wel).

– Over de vrijstellingen in box 3 wordt geen eigen bijdrage gerekend. Deze vrijstellingen bedragen in 2013 €. 21.139 voor een alleenstaande en €. 42.278 voor gehuwden/fiscale partners.

– Over het box 3 vermogen boven de vrijstelling wordt 8% van het vermogen meegeteld voor het inkomen waarover de eigen bijdrage wordt berekend (bovenop de 4% die standaard al onder de vermogensrendementsheffing valt).

– De eigen bijdrage wordt gemaximeerd (in 2013 op €. 2189,20 per maand = €. 26.270 per jaar).

– De peildatum voor de vaststelling van uw vermogen wordt gesteld op 1 januari van het 2e jaar voorafgaand aan het jaar waarin de zorg wordt verleend; voor zorg in 2013 wordt uw eigen bijdrage voor zover gebaseerd op uw vermogen dus berekend naar de situatie per 1-1-2011.

Wat u zich (ook) moet realiseren

Op basis van de huidige wetgeving kan uw vermogen (tot ongeveer maximaal 400.000) bij langdurige zorg aldus in ongeveer 15 jaar opgaan aan de eigen bijdragen voor de aan u te verlenen zorg.

Tot het vermogen waarover de eigen bijdrage wordt berekend behoren ook de schulden die u aan uw kinderen kunt hebben ten gevolge van het overlijden van uw partner. Op grond van de wet of een door uw overleden partner gemaakt testament kunnen uw kinderen vorderingen hebben op u ter grootte van de erfdelen van deze kinderen in de nalatenschap van de overleden ouder. Deze bedragen kunnen de kinderen in beginsel pas opeisen bij uw overlijden. Daarom zijn deze vorderingen gedefiscaliseerd, hetgeen betekent dat ze fiscaal niet meetellen als schuld. Deze bedragen behoren dus tot uw vermogen en zullen meetellen bij de bepaling van de eigen bijdrage.

Oplossingen

1. Bepaal in uw testament dat:

– de kindsdelen dienen te worden uitgekeerd bij het verkrijgen van zorg en of bij opname in een zorginstelling

– dat, indien sprake is van een tweetrapstestament, het recht van de overgebleven partner ten gunste van uw kinderen (de verwachters) eindigt bij het ontvangen van zorg of bij opname in een zorginstelling

– uw partner, indien deze reeds zorg ontvangt of is opgenomen in een zorginstelling, wordt onterfd.

2. Los reeds bestaande schulden aan uw kinderen, ontstaan door het overlijden van uw partner, af

3. Ga over tot het “schenken op papier” van uw vermogen aan uw kinderen en zorg ervoor dat deze schenkingen ook opeisbaar zijn indien u zorg ontvangt of wordt opgenomen in een zorginstelling. Bijkomend voordeel: besparing van erfbelasting. Zie verder uitgebreid de pagina elders op deze site, met de titel: “Schenken

Let op: deze oplossingen klinken eenvoudiger dan ze wellicht in uw geval zijn. Voorts kan iedere oplossing op andere punten nadelige gevolgen hebben. Bedenk voorts dat de Overheid om de haverklap regelingen invoert en wijzigt en laat u daarom niet het hoofd op hol brengen. Houd de lange termijn zoveel mogelijk in de gaten. Maatwerk is daarom geboden. Begin in ieder geval op tijd: als het om de vaststelling van de eigen bijdrage gaat kijkt de wet immers 2 jaar terug.

Neem voor een op maat gesneden advies contact met mij op!

(Klik hier voor Wettelijk kader Eigen Bijdrage in de Zorg (per 16-03-2013)

© Notaris Wiechers | dé notaris voor senioren

(Disclaimer)